Tijd van burgers en stoommachines

De tijd van burgers en stoommachines start rond het jaar 1800 en duurt tot het jaar 1900.

Door met name de uitvinding van de stoommachine konden veel producten heel snel en goedkoop in fabrieken gemaakt worden. Veel sneller dan de mensen dit thuis konden. Hierdoor kozen veel mensen om in de fabrieken te gaan werken. Hiervoor moesten ze verhuizen van het platteland naar de steden. Omdat heel veel mensen afhankelijk zijn van deze nieuwe industrie, noemen we dit industriële samenlevingen. Deze ontstonden in de hele westerse wereld. Deze grote verandering in de samenleving noemen we de Industriële revolutie.

Omdat het leven in de fabriek en in de stad zwaar en gevaarlijk was ontstonden er discussies. Mensen vonden dat fabriekseigenaren socialer met de arbeiders en hun families om moesten gaan. Deze discussies gingen dus over de 'sociale kwestie'.

In het verleden veroverden Europeanen grote delen van de wereld voor de handel in het opzetten van plantages. In de tijd van de burgers en stoommachines ontstond een tweede golf van kolonies veroveren. Deze keer was dat om grondstoffen voor de fabrieken te halen. We noemen deze tweede golf 'het modern imperialisme'.

In deze periode ontstaan groepen zoals vakbonden en politieke partijen die opkomen voor de rechten van bijvoorbeeld arbeiders of vrouwen.

Er komt steeds meer macht bij het volk te liggen, omdat steeds meer mensen mogen stemmen in verkiezingen. Maar niet iedereen denkt hetzelfde over hoe het land bestuurd moet worden. Daarom ontstaan er verschillende stromingen binnen de politiek. Voorbeelden hiervan zijn: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Maak jouw eigen website met JouwWeb